Zet je wormen aan het werk voor een driedubbele ‘oogst’
Ymkje de Boer en Ron de Muijnck
Oogst 1: heerlijke compost
Toen wij nog een eigen achtertuin hadden in Amsterdam-Noord, gooiden we ons gft altijd in een grote compostton. Daar zat geen bodem in; wormen en andere nuttige dieren konden vrijelijk in en uit kruipen. Er was ook een tijdje een vriendelijke rat, die het er wel naar zijn zin had. Twee keer per jaar haalden we onderuit wat compostvoor onze rozen en enkele andere planten. De ton raakte gek genoeg nooit vol – hoeveel we er ook in gooiden! Zo hard ging dat composteringsproces. Een kamerplant vond zijn plek pal naast de ton en kwam daar helemaal tot bloei. En het was was enorm fijn dat we nooit gft bij het restafval hoefden te gooien.
Oogst 2: percolaat – wondermiddel!
Maar toen verhuisden we naar de andere kant van het IJ en hadden we in ons appartement op een zeventien hoog alleen een balkon. Gelukkig had de gemeente Amsterdam een buurtcomposteerbeleid. Op verschillende plekken stond een groot‘wormenhotel’ – en zo ook vlakbij ons grote appartementengebouw. Zo’n wormenhotel werd door de bewoners zelf beheerd en bood ruimte aan het gft van zo’n 25 huishoudens. De een gooide er wat meer in dan de ander. En het kostte wel wat moeite om ervoor te zorgen dat deelnemers precies het juiste erin gooiden. Zo konden de inwonende wormen lastig de schillen van citrusvruchten en avocado’s aan. Ook was het regelmatig te nat en vol met fruitvliegjes. Dan moest er weer even wat karton bij of een hoop herfstbladeren – zogenoemde ‘bruine’ stof. Twee keer per jaar kon je onderuit compost halen en als je geluk had ook wat ‘percolaat’: een donkerbruin vloeibaar goedje dat je tien keer verdund aan je planten kon geven in plaats van mest. Wat een wondermiddel! Ook dit buurtwormenhotel werkte goed. Wij werden snel na toetreding de coördinatoren. We hebben ook de komst van een nieuw model begeleid, toen het oude zo’n beetje uit elkaar begon te vallen. Nadeel van het wormenhotel in de buurt was wel dat we een flink stukje moesten lopen om ons te ontdoen van ons gft. Maar dat hadden we er graag voor over.
Oogst 3: nieuwe plantjes en… eten!
Binnen twee jaar verhuisden we onverwacht opnieuw, dit keer naar Zaandam waar geen buurtcomposteerbeleid was. En tot onze ontzetting beschikte ons pas afgekomen appartementengebouw ook al niet over groene containers waarmee we ons gft aan de weg konden zetten. En ondergrondse gft-containers waren er wel in een andere buurt, maar niet in de onze. Wat nu? We konden het niet over ons hart verkrijgen om on gft bij het restafval te gooien. Gelukkig bood een kleine wormenkist voor balkons uitkomst. Je kunt zo’n kist makkelijk zelf maken, maar wij kozen voor een kant-en-klaar exemplaar van Balkonton. Een paar maanden later hebben we nog ee
n extra verdiepinkje erbij gekocht, omdat wij als enthousiaste groente-eters meer ruimte nodig hadden voor ons gft. De kleine wormenkist werkt net als het grote buurtwormenhotel in Amsterdam, alleen met een nog een extra voordeeltje: we halen er niet alleen compost en percolaat uit, maar ook nog nieuwe planten! Er groeien regelmatig allerlei scheuten in die we dan in aparte potjes zetten
omdat we benieuwd zijn wat er uit komt. En… afgelopen zomer hadden we zomaar een pompoenplant – met uiteindelijk zelfs een eetbare pompoen eraan! We hadden namelijk wat van de compost in een plantenbak gegooid (bij een andere plant) en toen kwam die pompoenplant zomaar vanzelf in op. Wij nemen onze wormenkist natuurlijk gewoon mee als we in 2026 naar de Ecohof verhuizen. Daarnaast komt er vast ook ruimte voor een grote composthoop of -ton, zodat meerdere bewoners kunnen genieten van zelf composteren. Als je vragen hebt over composteren, stel ze ons gerust.